Een liefdesgeschiedenis van fotograaf Ed van der Elsken
Ed van der Elsken (1925 – 1990) was in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw de bekendste Nederlandse fotograaf. Hij groeide op in Amsterdam. Van 1950 tot 1954 woonde en werkte hij in Parijs. Daar ontmoette hij zijn eerste vrouw, de Hongaarse fotografe Ata Kandó. Behalve fotograaf was Ed van der Elsken ook een kundig vervaardiger van fotoboeken. Een aantal fotoboeken van hem behoren tot de klassiekers uit de geschiedenis van het fotoboek.

Een liefdesgeschiedenis in Saint-Germain-des-Prés
Zijn eerste fotoboek was Een liefdesgeschiedenis in Saint-Germain-des-Prés. Het stamt uit de jaren dat Van der Elsken in Parijs woonde. Het verscheen in 1956 en betekende zijn doorbraak. Een liefdesgeschiedenis in Saint-Germain-des-Prés wordt tegenwoordig gezien als één van de belangrijkste boeken uit de geschiedenis van de Nederlandse fotografie. Het boek bracht de typisch Nederlandse fotonovelle op een hoger niveau.

Liefde op de linkeroever
Het boek handelt over een groep bohemiens die Van der Elsken kende uit zijn persoonlijke kennissenkring. Allemaal woonden ze in de kunstenaarswijk op de linkeroever van de Seine. Onder hen Vali Myers, hoofdpersoon in het boek, zijn toenmalige vriendin.

Het liefdesverhaal, dat speelt in de broeierige sfeer van het naoorlogse Parijs van de jaren vijftig, groeide uit tot een cultboek. De foto’s zijn, twee jaar voordat ze in boekvorm zijn uitgegeven, geplaatst als feuilleton in Picture Post. Lezers kregen een waarschuwing: dit is een echt verhaal met mensen die echt bestaan. Een opmerkelijke waarschuwing omdat het verhaal wel degelijk fictief is. Gebruikmakend van de vele foto’s die Van der Elsken had gemaakt van zijn vriendin Vali Myers en haar entourage verzon hij een verhaal. Een verhaal over de onbeantwoorde liefde tussen de ongelukkige Mexicaanse student Manuel en de mooie Vali (Ann in het boek). Dit verhaal gaf hem de mogelijkheid om zijn foto’s van studenten in bars, cafés, nachtclubs en studentenkamers te gebruiken.

Filmisch dagboek
Het boek is een vroeg voorbeeld van een genre dat aan het einde van de twintigste eeuw steeds populairder werd: het dagboek. Belangrijke navolgers van Van der Elsken zijn beroemde fotografen als Larry Clark, Nan Goldin en Nobuyoshi Araki. Ook bijna alle hedendaagse fotografen werken in dagboek-vorm. De lay-out van het boek is ook opmerkelijk. Daardoor krijg je het idee naar een film te kijken. Zelfs flashbacks worden gebruikt. Zo is de eerste foto meteen de climax van het verhaal. Maar dat realiseren we ons pas wanneer we het gehele boek hebben doorgenomen en aan het einde dezelfde foto tegenkomen.

Klassieke fotoboeken
Eerder heb ik over de volgende klassieke fotoboeken geschreven:
- Edward S. Curtis – The North American Indian (1907 – 1930)
- August Sander – Antlitz der Zeit (1929)
- Lewis Hine – Men at Work (1932)
- Walker Evans – American Photographs (1938)
- Berenice Abbott – Changing New York (1939)
- James Agee & Walker Evans – Let Us Now Praise Famous Men (1941)
- Jakob Tuggener – Fabrik (1943)
- Weegee – Weegee’s Naked City (1945)
- Henri Cartier Bresson – The Decisive Moment (1952)
- Roy DeCarava & Langston Hughes – The Sweet Flypaper of Life (1955)
- Anders Petersen – Café Lehmitz (1978)
Recente reacties